Inzicht in de situatie

Als een brandalarm afgaat in grotere gebouwen, zoals ziekenhuizen, kantoren en scholen, is er geen tijd om op je gemak te gaan zoeken waar dat alarm vandaan komt. Om de veiligheid in gebouwen met meerdere verdiepingen te waarborgen, wil je dus precies weten welke brandmelder er is afgegaan.

Een brandmeldinstallatie kan op een centrale plaats, bijvoorbeeld bij de receptie, precies vertellen wanneer en hoe laat er ergens een brandalarm afging. Marcel Heus, trainer bhv en brandveiligheid bij G4S: “Zeker in een gebouw als een ziekhuis wil je precies weten in welke kamer een alarm is afgegaan, anders is het een speld in een hooiberg.”.

Als het alarm afgaat

Meestal gaat er in eerste instantie maar op één plek het alarm af. In het noodplan van de organisatie staat dan beschreven wat er moet gebeuren. Dan worden er twee bhv-ers opgeroepen om te kijken of er brand is, of dat het vals alarm is. Zo kan een alarm ook afgaan, als bijvoorbeeld iemand stiekem in het gebouw staat te roken.

Is er echt brand, dan gaat een van de bhv-ers blussen. De ander houdt in de gaten of het veilig is voor henzelf en de omgeving. Deuren dichtdoen, mensen op afstand houden, en niet in de laatste plaats op tijd besluiten om de brandweer erbij te halen, als de collega de brand niet zelf geblust krijgt. Zowel in dit geval, als wanneer het alarm op meerdere plekken tegelijk gaat, is het alarm bevestigd en rukt de brandweer uit.

Het noodplan regelt de respons

Elk gebouw is anders, daarom is een noodplan ook altijd anders. De complexiteit van het gebouw en de bewoners zijn een bepalende factor in de inhoud. In een ziekenhuis kan niet iedereen binnen 5 minuten buiten staan, dus daar zal je in het gebouw moeten zorgen voor brandvertragende compartimenten. Bij echte brand kunnen mensen daar een half uur veilig verblijven. Dat geeft een organisatie de tijd om gecontroleerd te evacueren.

Daarnaast regel je, wie er de meldingen van de brandmeldinstallatie in de gaten houdt. Overdag kan dat de receptie zijn, maar wie is er ’s nachts in het gebouw of in het weekend? Veel installaties bieden de mogelijkheid om meldingen te dispatchen voor mensen die stand-by staan, zoals de mobiele surveillanten van G4S. Dat zijn dan ook degenen die gaan kijken of het alarm terecht is afgegaan en zij bevestigen het alarm als de brandweer nodig is.

Ongeluk of opzet

Brand kan natuurlijk per ongeluk ontstaan, zeker op plekken waar met vuur of hoge temperaturen en brandbare materialen gewerkt wordt. Het noodplan moet echter ook voorzien in de situatie waarbij vermoedelijk opzet in het spel is. Wat doe je met de beveiliging van de rest van je gebouw, wanneer de brand vermoedelijk is aangestoken? Het is goed om daar bij gebouwen van bijvoorbeeld de overheid van tevoren over na te denken. Op het moment dat het alarm gaat, wil je onder tijdsdruk niet zelf nog bedenken wat er moet gebeuren.

Oefenen en gewoonte

Als het brandalarm gaat, moet eigenlijk iedereen weten wat ze moeten doen. Sowieso moeten de bhv-ers weten wie er dienst heeft, wie de leiding neemt en hebben ze geldige certificaten voor bijvoorbeeld bhv en het gebruik van brandmeldinstallaties. Marcel Heus: “Ik geef deze training op verschillende G4S locaties, maar geregeld ook op locatie bij de klant. Dat is wel zo prettig, want dan oefen je de praktijkonderdelen in het gebouw waar het om gaat.”.

De slow whoop gaat af en alle medewerkers en bewoners van het gebouw gaan via de veilige routes (brandvertragende trappenhuizen) zo snel mogelijk naar buiten. Oefenen kost meestal ongeveer 10 minuten tijd van het personeel, maar kan wel levens redden als het menens is. Zo leren zelfs de allerjongsten op kinderdagverblijf of lagere school al wat ze moeten doen bij brand. Tweemaal per jaar oefenen is genoeg om te zorgen dat het noodplan gevolgd wordt.

Borg de veiligheid in jouw gebouw. Kies voor een opleiding van G4S.

Boek een bhv-cursus

Boek een training brandveiligheid